Dichter op het nieuws – 2 april 2021

Onmenselijk

Hier hangt God
boven de aarde, mijlenver onder de hemel
en draagt de ademloze leegte die Jahweh achterliet,
duizeldiepte die ik niet in wil kijken want
menselijk tekort.

Een wolk drijft door het open raam,
vult de kamer, duwt het licht naar buiten.
De middag waarop vader verdween
werd zijn eerste gehuld in duister, zwarter dan
een nacht vol gruweldroom;

dan nachten in het oerwoud zonder maan,
hijgen kon ik onder al dat donker
mijn broertje aanstoten om lucht te krijgen;
woester en doodser dan de oervloed
voor God de zon uitsprak.

De zoon alleen. Zo hoog verheven
zijn hand niet lang genoeg om iemand aan te raken
en God daarboven, doof van woede
om mij. En toch moet ik hem laten dragen,
als u uw adem inhoudt vervlieg ik. Vader

die door dit duister elk gefluister hoort,
u wist dat en u was mij voor-
laat mij uw adem voelen als ik niets meer zie,
horen dat uw lijf leeft
zodat mijn harde kop zich buigt, het kruis heft.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *