De nacht liet modder achter


De nacht liet modder achter.

Ik ging het donker te lijf met wasmiddel en vond

de zachtheid van vieze sokken, het weerloze

van de sok die door zijn evenbeeld verlaten is.

Ik vermande me, hing ze aan de lijn te kijk

stopte wasknijpers in gaten, besloot

dat een gat te groot is als er twee knijpers in passen,

liet me bleken in de zon. Modder droogt snel

ik had nu grijze korstjes, ruw

als de stof die raspt omdat de wind het sloeg.

Bars rolde ik sokken binnenstebuiten

stopte ze in een la en toen zag ik

hoe ze in het donker lagen als bloembollen in de aarde

naakt als een mens na de nacht.

Mijn ogen stroomden. De modder werd zacht, droop af

schoon stond ik daar in de middag.

.

Nacht van de poëzie- 999 dichters en ik