Nederland, 2024
De kudde is verspreid, de herder niet te zien
maar hij ontbreekt ons niet.
De grond barst hier van groen en gras
hij zei het al,
de tafel is gedekt met vrede.
Zelfs de wolf vecht om deze plaats.
In het verschiet jagen vuile wolken.
Als straks het onweer over onze koppen knalt
buig bliksem af, verlicht ons pad
bedaar de donder
praat ons elk donker door totdat het licht
blijft, u ons goddelijk onthaalt
wonden zalft, uw zakdoek pakt,
wie opjoeg toe laat kijken.
De voeten van mijn herder laten liefde achter, goedheid.
Hem zal ik zien want ik kom bij hem thuis.
Heel mooi gedicht Greetje en ook even gelijk schrijven dat je ook mooie regels om zet in zeer mooie gedichten. Gr, Tine