Het geluk

loopt naast je
als jij niet instemt met mensen die hun ogen sluiten voor God,
hun oren voor zijn raad,
die lachen om wat God deed.
Het geluk blijft bij je
als je op Gods aanwijzing de weg volgt
in de nacht vraagt om zijn voorspraak.

Geluk is leven
als een boom omringd door water:
zijn vrucht heeft alle tijd om te rijpen.
Zijn blad kent geen herfst
seizoen op seizoen bloesemt hij.

Een dorre boom is overgeleverd aan het vuur,
als de wind opsteekt, wordt zijn as verstrooid.
Een boom heeft licht nodig om te overleven
in het bos sterven de bomen zonder water.

Een mens alleen dwaalt, zijn pad groeit achter hem dicht.
God houdt de weg in het licht begaanbaar.