De dag verslaan
Mijn dag: een man verstaan die enkel nog de taal spreekt van zijn jeugd
een taal die nooit is opgeschreven. Klonters eiwit in zijn hoofd projecteren
dieren die verdrinken in de sloot voor de flat, hongerkinderen in de kamer,
althans, dat zegt de zoon. Ik vang zijn fladdervingers, knik en herhaal klanken.
Een ander laat me in nachthemd binnen maar herkent me niet,
moe van het leven in dit huis dat volgens anderen van haar is.
Zij doorstaat de uren onder dekens die naar haar ruiken,
alleen een lied trekt soms haar hoofd omhoog, even de wereld in.
s Avonds komt er een man op één been uit de krant gelopen.
Ik zeg: mijn handen zijn te kort. Hij luistert niet, hij moet zijn ronde doen
op krukken, mij heeft hij gewekt. Misschien kan elke dag verslagen
met wat je hebt, al is het maar een stok, een hand, een vers.
Hallo Greetje,
Zo, dat is wel even een doordenker vanmorgen…
Ik haal mijn eigen beroep eruit: wijk-ziekenverzorgende.
Knap omschreven,
Groet, Imka